Mr. André Jainundun SAHEBLAL is op 22 april 1927 te Duisburg (Paramaribo) geboren. Zijn ouders, afkomstig uit het toenmalige Brits Indië (thans India), hebben vijf jaar als contractarbeiders op de suikerplantage Mariënburg gewerkt.
Na het behalen van het diploma van de achtjarige Mulopleiding van de Sint Paulusschool in 1947, heeft hij enige tijd de landmetersopleiding gevolgd. Na het verwerven van het diploma boekhouden en het diploma Middelbare Ambtenaren 0pleiding van de toenmalige Surinaamse Rechtsschool, slaagde hij in 1973 voor het doctoraalexamen rechten, studierichting Privaatrecht aan de Universiteit van Suriname. Hij heeft diverse cursussen over het internationale humanitair recht, georganiseerd vanwege het Internationale Rode Kruis (Genève), met succes afgerond.
Tot oktober 1963 heeft hij in het Districtsbestuur (voormalige Ministerie van Binnenlandse Zaken en Districtsbestuur) de rang van districtsklerk eerste klasse bekleed en is hij tevens belast geweest met de functies van o.a. kassier, hoofd burgerlijke stand en bevolkingsregister en districtsontvanger der directe belastingen. Van oktober 1963 tot zijn vervroegde pensionering op 1 januari 1984 heeft hij met genoegen zijn beste krachten gegeven aan het Ministerie van Justitie en Politie: eerst als Algemeen Secretaris, daarna als 0nderdirecteur en vervolgens als Directeur van Justitie en Politie.
0p onderwijsvlak is hij sedert april 1979 actief geweest aan de Universiteit van Suriname; van april 1979 tot oktober 1983 als buitengewoon docent rechten aan de Faculteit der Natuurtechnische Wetenschappen en van 15 oktober 1983 tot en met oktober 1994 als voltijds hoofddocent rechten aan de Faculteit der Maatschappijwetenschappen en de Faculteit der Technologische Wetenschappen. In deze periode is hij bestuurslid van de beide Faculteiten geweest, tevens vervulde hij de actieve rol van coördinator van studierichting Rechten en Public Administration (Bestuurskunde). In 1988 heeft hij namens deze Universiteit twee maanden colleges rechten verzorgd aan de Patrice Lumumba University te Moskou in Rusland. Hij was lid van de Commissie tot wijziging van de Universiteitswet. 0ok was hij lid en ondervoorzitter van de Commissie Vreemdelingenwet.
Vanaf januari 1985 tot en met 1992 was hij juridisch adviseur van de vereniging “het Surinaamse Rode Kruis”. In deze hoedanigheid heeft hij diverse Rode Kruis-conferenties in het buitenland bijgewoond, o.a. in het Caraïbisch gebied (Sint Lucia, Trinidad en Jamaica), Nederland, België, Italië, Polen en Rusland (Moskou). Tijdens de binnenlandse oorlog heeft hij cursussen in het oorlogsrecht verzorgd ten behoeve van de officieren en onderofficieren van het Nationaal Leger.
Hij heeft diverse wetenschappelijke publicaties op zijn naam staan. Sommigen hiervan zijn in het Surinaamse Juristen Blad verschenen, terwijl een aantal in het dagblad De West is gepubliceerd.
Het Surinaams Burgerlijk Wetboek heeft hij modern bijgewerkt, zodat dit beter toegankelijker voor het publiek is geworden. Tijdens zijn docentschap aan de Universiteit was hij lid van de Stichting Uitgave Surinaamse Jurisprudentie. Onnoemelijk veel is zijn bijdrage geweest met betrekking tot de publicatie van de Surinaamse jurisprudentie.
Ten slotte heeft hij het Levensverhaal van zijn ouders, als contractarbeiders afkomstig uit Brits Indië en zijn autobiografie uitsluitend ten behoeve van de nabestaanden gepubliceerd.
Na het behalen van het diploma van de achtjarige Mulopleiding van de Sint Paulusschool in 1947, heeft hij enige tijd de landmetersopleiding gevolgd. Na het verwerven van het diploma boekhouden en het diploma Middelbare Ambtenaren 0pleiding van de toenmalige Surinaamse Rechtsschool, slaagde hij in 1973 voor het doctoraalexamen rechten, studierichting Privaatrecht aan de Universiteit van Suriname. Hij heeft diverse cursussen over het internationale humanitair recht, georganiseerd vanwege het Internationale Rode Kruis (Genève), met succes afgerond.
Tot oktober 1963 heeft hij in het Districtsbestuur (voormalige Ministerie van Binnenlandse Zaken en Districtsbestuur) de rang van districtsklerk eerste klasse bekleed en is hij tevens belast geweest met de functies van o.a. kassier, hoofd burgerlijke stand en bevolkingsregister en districtsontvanger der directe belastingen. Van oktober 1963 tot zijn vervroegde pensionering op 1 januari 1984 heeft hij met genoegen zijn beste krachten gegeven aan het Ministerie van Justitie en Politie: eerst als Algemeen Secretaris, daarna als 0nderdirecteur en vervolgens als Directeur van Justitie en Politie.
0p onderwijsvlak is hij sedert april 1979 actief geweest aan de Universiteit van Suriname; van april 1979 tot oktober 1983 als buitengewoon docent rechten aan de Faculteit der Natuurtechnische Wetenschappen en van 15 oktober 1983 tot en met oktober 1994 als voltijds hoofddocent rechten aan de Faculteit der Maatschappijwetenschappen en de Faculteit der Technologische Wetenschappen. In deze periode is hij bestuurslid van de beide Faculteiten geweest, tevens vervulde hij de actieve rol van coördinator van studierichting Rechten en Public Administration (Bestuurskunde). In 1988 heeft hij namens deze Universiteit twee maanden colleges rechten verzorgd aan de Patrice Lumumba University te Moskou in Rusland. Hij was lid van de Commissie tot wijziging van de Universiteitswet. 0ok was hij lid en ondervoorzitter van de Commissie Vreemdelingenwet.
Vanaf januari 1985 tot en met 1992 was hij juridisch adviseur van de vereniging “het Surinaamse Rode Kruis”. In deze hoedanigheid heeft hij diverse Rode Kruis-conferenties in het buitenland bijgewoond, o.a. in het Caraïbisch gebied (Sint Lucia, Trinidad en Jamaica), Nederland, België, Italië, Polen en Rusland (Moskou). Tijdens de binnenlandse oorlog heeft hij cursussen in het oorlogsrecht verzorgd ten behoeve van de officieren en onderofficieren van het Nationaal Leger.
Hij heeft diverse wetenschappelijke publicaties op zijn naam staan. Sommigen hiervan zijn in het Surinaamse Juristen Blad verschenen, terwijl een aantal in het dagblad De West is gepubliceerd.
Het Surinaams Burgerlijk Wetboek heeft hij modern bijgewerkt, zodat dit beter toegankelijker voor het publiek is geworden. Tijdens zijn docentschap aan de Universiteit was hij lid van de Stichting Uitgave Surinaamse Jurisprudentie. Onnoemelijk veel is zijn bijdrage geweest met betrekking tot de publicatie van de Surinaamse jurisprudentie.
Ten slotte heeft hij het Levensverhaal van zijn ouders, als contractarbeiders afkomstig uit Brits Indië en zijn autobiografie uitsluitend ten behoeve van de nabestaanden gepubliceerd.